Werk- geen werk meer: “Het moedigste water bracht mij tot de mooiste bestemming…” Geschreven door Madeleine Oppelaar
De laatste dagen kwam dit schrijven steeds meer op de voorgrond. Het is bedoeld als een soort van vrijlating van een gevoel wat 5 jaar geleden speelde en wat mij enigszins nog steeds in controle hield. Dit kwam mooi tot bewustzijn tijdens een heerlijke massage op mijn verjaardag jongstleden.
Het is dan ook een gevoelig onderwerp, maar wat nu juist ook goed is om het op deze manier in beeld te brengen. Het verhaal is niet bedoeld om de ander aan te wijzen als de schuldige partij, integendeel (voor de betrokkenen was het net zo moeilijk), maar meer om het gevoel wat toen speelde te kunnen onderstrepen (de woorden die ik inslikken moest). Vandaar dus dit persoonlijk artikel.
In het leven kan het pad plots onverwachts ruw van decor worden. Een ruwte wat jou overvalt. Van het ene moment denk je dat jouw wereldje veilig is, en vanaf het andere moment staat datzelfde wereldje volledig op zijn kop doordat jij juist datgene verliest wat zo belangrijk voor jou is. Balans. Het meegaan in de rij. Jouw zekerheid van bestaan. Werk. Uiteindelijk jezelf. Het enige wat dan nog overblijft is het geluid van een eenzame stilte. Jouw eigen verdwaalde voetstappen, van links rechts…. Links rechts… op een stoffig landweggetje. Beide wiebelig naar hun eigen afdruk zoekend.
Zo is het ook bij mij gegaan. Door reorganisatie op het instituut waar ik werkte, verloor ik de baan waar ik zo van hield vijf jaar geleden. Dit was in de crisistijd. Ik woonde nog geen 5 maanden in Wanroij na een scheiding, toen plots het ontslag voor de deur stond. Ik had zelfs nog geen tijd gekregen om eerst even goed op adem te komen. Laat staan om geaard met mijn nieuwe omgeving te geraken. Voor mij was het werk wat ik deed een zielenbaan. Een baantje wat zo duidelijk één met mij was. Ik noem dit weleens liefkozend het dakkapelletje boven het bolletje gehesen. Misschien voor jou ook wel herkenbaar?
Lang, héél lang, heb ik hier pijn van gehad en nu nog bemerk ik op als ik er over praat dat de tranen wederom in mijn oogjes prikken (die ik dan ook eigenlijk niet meer wil toelaten). Natuurlijk heb ik het een plekje kunnen geven, maar de liefde blijft aanhouden. Want daar voelde ik me thuis. Ook al ben je jaren verder en heb je wederom een baantje mogen omarmen waarvan je hartje voorzichtig haar serenade tot jou zingt (van ga verder hiermee). Dit zijn dan ook tranen van liefde, een beeldplaat van prachtige herinneringen, maar tevens het radeloos zijn van toen (de bekende rug tegen de muur), van schaamte en gemis… die dan toch ook weer door mij heen schieten. Want ineens hoor je er niet meer bij. Dan word je als het ware als een rotte appel in een jutte zak bij Appie Hein zijdelinks stilletjes uit het zicht geschoven. Afgewezen. Want jij…. Want… Jij …. Zou over de datum zijn! Niet dat ik ook maar één ding met het faillissement te maken zou hebben gehad, integendeel. Niet dat het dan ook écht met mijn kernkwaliteiten van werken te maken had…… Neen, het appeltje was enkel te beurs van smaak geworden! Juist omdat ik eerlijk was geweest. Véél te eerlijk.
In de tijd richting mijn ontslag moest ik me erg bewijzen. Ik moest maar telkens tegen bergen opspringen, ook al gaf ik aan dat ik bepaalde handelingen nog niet aankon (en wat de oorzaak hiervan was). Het ging veel te snel. Ik was ook veel te snel weer begonnen met werken. Ik heb een zachte stem dus men sprak verbaal rap over mij heen. Het waren bergen die voor mijn gevoel steeds kolossaler van vorm werden. De beloofde rust kwam namelijk maar niet en door het springen zat ik mezelf flink in de weg (werd faalangstig). Het was immers nog geen jaar geleden dat ik een moeilijke ziekte overwonnen had. Idem was ik net gescheiden. Dingen zaten nog in de weg/ niet lekker, kon ik nog niet. Ik had simpelweg de kracht in het lijf en in de geest nog niet. Iets wat ze op de werkvloer maar niet wilde begrijpen. Want jij bent toch weer beter verklaard? Je doet toch weer net zo vrolijk? Uh, ja? Verder werd er niet gekeken.
Dat dit mij nogal pijn deed zag men niet echt. Op het laatst liet ik het dan ook maar stilletjes bij mezelf. Of zoals iemand mij in een email streng benadrukte…. ‘Hou het klein…!’ ‘Waarom vertel je mij dit?’ Ik moest dus opnieuw de strijd van het overleven aangaan. Het scenario wat ik eerder al belopen had en nog aan het verwerken was. De zwartgeblakerde bladzijdes die ik zo graag wilde sluiten en omkeren. Diep vanbinnen was ik dan ook ongelukkig en werd het vertrouwen steeds verder aangetast. Ik werd namelijk niet gehoord. Ik mocht mezelf niet zijn!
Gaandeweg, dit was in begin December 2011, was ik door het strijden zo ontzettend moe geworden, dat ik de woorden… ‘nu is het genoeg…. Dit moet stoppen’, in mijn mond heb laten vallen. Voor een mens zoals ik nogal opmerkelijk. Juist omdat ik altijd positief ben, altijd strohalmpjes zie, en enthousiast aanwezig ben. Voor iedereen had ik tijd, ook al had ik geen tijd, ik was er en maakte tijd. Een kwaliteit waar ik bekend om stond. Nu was vooral het plezier verdwenen door het pushen. Wat ik eigenlijk bedoelde met de woorden ‘nu is het genoeg…’ was, dat ik liever elders op het terrein wilde kijken. Ik had er genoeg van. Op mijn huidige werkplek wilde ik eigenlijk niet meer vertoeven, dat gaf ik eerlijk toe. Ik paste er niet meer. Het gevoel van vertrouwen was weg. Hoe leuk ik het ook met sommige collega’s had en dat het voor hen ook net zo moeilijk moest zijn geweest (wat ik dan ook zeer waardeerde).
In die laatste maanden op het instituut was ik mezelf kwijtgeraakt. Tegen een burn-out geraakt. Niet alleen door het geen wat ik in die tijd niet kon of ervoeren had (door ziekte, scheiding, een onbeantwoorde liefde van aantrekken en afstoten…), maar juist dus door het niet gehoord worden. Ik moest maar springen en doen, maar wie ving mij eigenlijk op toen ik aan het vallen was? Dit is het gevoel wat mij lang dwars heeft gezeten. Ik ging maar door en door. Veelal dus voor het oog van de ander. Ik zag mezelf dan ook vooral eenzaam op straat lopen, juist op dat meest kwetsbare moment in mijn leven! Ik was immers alleen. De mens waar ik altijd zo klaar voor stond, liet mij niet diezelfde geborgenheidvleugels voelen. Die ik haar, bijvoorbeeld, een moment eerder wel om haar heen had geslagen, toen zij ze nodig achtte.
Juist zij, lieten mij toen in de steek. (Misschien durfde ik het toen ook wel niet, bedenk ik me nu ineens … en duwde ik ze uit wantrouwen weg… Dit kan natuurlijk ook).
Ja, ik ben sterk, maar ook ik had datzelfde warme dekentje eventjes nodig wat liefdevol tegen mij zou zeggen… ‘meisje het komt goed…. Kom nu maar eens hier…’ Naar ‘zelf geborgenheid’ (* dat dekentje) mocht ik dus zelf op zoek…! (*In principe gaf ik hen allemaal het dekentje die ik zelf gemist had óf door de jaren heen was kwijtgeraakt. *).
Ik moest het maar niet te persoonlijk maken allemaal werd er gezegd tijdens het ontslaggesprek toen in Januari 2012. Als een dolksteek in de rug sidderde deze nogal koude mededeling na. Voor degene was het niet meer als een zakelijk afhandelen nee, maar voor mij betekende het dat ik een streep door mezelf aan het trekken was.
‘Ja ja, we pakken de draad heus wel weer op hoor…. ‘Het is maar een baantje’, ‘ik ben creatief genoeg’, zei ik stoer. Hoor het me nog zeggen. ‘De maan is rond, de maan is rond, hij heeft twee ogen, een neus en een mond…’ (transformatie). Maar hoe heel je je eigen hartje wat juist zo gewond is geraakt? Ik was immers neer gehaald. Als een voltreffer door mijn oer vertrouwen getroffen. In feite liep ik naast mijn eigen voetstappen zoekende naar stofdeeltjes die nog een vaag beeld van mezelf weergaven.
De kans om elders te kijken op het terrein is me nooit meer aangeboden geweest. Latere sollicitatiebrieven raakte zoek, enzovoorts. Kortom de liefde schitterde voor een lange tijd als een klein doodlopend weggetje waarvan het ophaalbruggetje nog met zijn mond wagenwijd open stond. Ook al wilde ik het graag zien, een nogal naïeve gedachte, dat de liefde nog steeds wederzijds zou zijn. Voor mij was namelijk het instituut de heerlijkste plek op aarde….
Het was dus een thuis zijn wat een illusiewoord bleek te zijn. Want thuis ben je immers alleen bij jezelf. Dit heb ik de laatste jaren zelf mogen ervoeren. Als je thuis bij jezelf bent gekomen (een luisteren met en naar jouw eigen hart), dan kun je overal ‘thuis’ (in harmonie) geraken namelijk…. In feite heb je zowel de rol van leraar als leerling hierin. Op welk plekje waar je dan ook vertoeft. Zelfs onder een grondzeiltje in de stromende regen (* Medicijnwiel – Natuurlijk Zijn *). Och… och wat had ik toen een plezier (* ervoer mijn eigen geborgenheid… wat dus later de basis van AVurVeda zou gaan worden*). De natuur spreekt altijd tot in elke vezel van je ziel haar diepste woorden naar waarheid. Als je het hartenraam maar opnieuw durft open te stellen en door het eigen hart laat leiden. Op deze manier laat je angst(en), maar ook alle ‘dacht belevingen’ vrij. Het is een pad wat altijd zijn kruispunt in het midden mag vinden, als jij er open naar bent (en alle kantpunten durft te aanschouwen). Het midden waar jij in de spiegel naar jouw eigen naaktheid durft te kijken. Alsof jij dat onschuldige meisje met haar schepnetje en die open blik weer bent.
Het moedigste water, tijdens mijn trektocht na het ontslag, bracht mij tot de mooiste bestemming…. Namelijk de ontmoeting met mijn werkelijke Zelf…! Langs het stromende water, al haar bossen en heide aangezichten. Met al haar stemmingswisselingen (*seizoenen*), heb ik haar voetje voor voetje terug mogen vinden. Hier heb ik dan ook op mijn eigen manier veel dingen losgelaten (en in verband gebracht) en ontmoette ik steeds vaker dat ondeugende kleine ding van vroeger op datzelfde voetpaadje. Samendeden we wiegen (*geborgenheid*), sprongen we in de plassen, zaten we bijna in mierennesten, ontwikkelde we een geweldige zelfspot, lazen we alle verhalen buiten, maar brachten we vooral het decor in ‘onszelf’ terug waar ik zoveel van hield. De onschuld!
Als het ware aanbad ik dus steeds meer mezelf. Zo maakte ik vrede met alles (vanaf vroege leeftijd) en durfde ik naar de wereld met het positieve oog te blijven kijken. Pessimisme, grote wereldzaken en ‘ego materiaal’, liet ik zo ver mogelijk uit het speelveld. Het hart gaf mij namelijk het werkelijke verhaal vanbinnen waar! Zo is de natuur het dagelijks teeveetje (het kleine wat groots is). Heerlijk kunnen we van het uitzicht genieten als we met de voeten in het gras zitten voor het huisje en als het poesje (*Vlammetje*) zachtjes haar Lenteliedjes spint of als het hertje ondeugend aan de aardappelen van de boer komt snuffelen ….
Hoe is het nu hoor ik jullie vragen? Deze vraag is me dit jaar dan ook diverse malen gesteld. Al heb ik het nu al wel zo’n beetje verteld. Vooral de laatste maanden is me weer veel bewust geworden. Hierover heb ik vooral veel geschreven en geschilderd. Heel bijzonder ook, als blijkt dat je dit in het begin van het jaar al zo in lijn hebt neergezet door ‘emotionele wasmachines te durven aangaan.’ Juist om het dan later in zijn volledigheid te laten gaan en zo het op een andere manier te durven bekijken. In feite bouw je dit in nature op! Zo kwam de relatie met mijn moeder ook mooi in het zicht. Wat nu dus eind Juli een prachtige omarming heeft gekregen. Een vrede en een brede glimlach. Dit had ik al eerder ingezet door het gedicht ‘Landweggetje’ te schrijven (wat over onze relatie gaat), maar ook door het boek ‘Het Hoekje’ waar ik nog aan bezig ben.
Doordat je bewust wordt van zaken, maak je steeds meer weg voor andere dingen die de weg voor je blijven zuiveren… Mooie processen zijn het, die steeds meer het werkelijke zicht aan de kijker laten zien. Vaak ook verrassend. Want was jij bijvoorbeeld degene ook niet die aan het afwijzen/ invullen was geweest? Juist om die pijn dan voor te kunnen blijven. Was jij niet degene die zichzelf in het (verdomd)hoekje plaatste? …
Qua werk heb ik lang vastgezeten in het plaatje ‘van houden van en wantrouwen’ en zo heb ik enkele banen, in het verleden, niet echt eerlijk de kans durven geven om opnieuw één te worden met mij. Het klinkt misschien gek, maar op deze manier kan de liefde (*liefde voor het instituut*) jou ook in haar houdgreep houden. Want, zou het daar niet nog eens kunnen gebeuren dan? Mag én kun je elders diezelfde liefde nog wel ervaren? Ergens durfde ik dat niet meer aan te gaan, vulde ik dit van tevoren in. Hield dus de controle in stand. (Al was ik al wel met mijn praktijkje bezig).
Nu ben ik echter tot het standpunt gekomen om het verleden als een dikke punt achter mij te laten. Het ligt nu ver achter mij en de pijn past niet meer. Het is goed zo. Al heb ik een week lang, tijdens de eerste bladzijdes van dit artikel, tranen als een ware kurkentrekker uit de tenen moeten trekken. Dit waren de laatste tranen die ik alsmaar tegenhield en nu door mochten zetten. Hierdoor is er nu heel veel ruimte ontstaan voor nieuw geluid. Dus dankzij dít artikel!
Het grootste compliment wat ik onlangs nog ontvangen heb van een bewoonster van het instituut waar ik zo lang gewerkt had is: ‘Madeleine, ik probeerde jou privé te bellen ja (sorry), ik wilde zo graag jouw wijsheid horen. De leiding had dat niet. Zij konden mij niet rustig krijgen. Jij wel’. Dit is het mooiste ontvangen dan toch?
In April van dit jaar zei er opnieuw in mij een stemmetje…. ‘Ga nog eens terug naar je hart’. Ik was te veel met de ander bezig geweest op AVurVeda (*mijn praktijkje*). Het was tijd geworden om orde op zaken te stellen, om een tijd alleen met mezelf door te brengen. Het was nodig om balans te creëren. Om aan te voelen van wat ik werkelijk wilde (ik was niet blij hoe bepaalde dingen verliepen …). Ook omdat bepaalde ervaringen die ik heb mogen ervoeren er niet zomaar waren geweest de afgelopen jaren en dat ik deze aan en naar het licht mocht gaan brengen.
Zo ben ik nu dus eindelijk met mijn klankschalen terecht mogen komen op een spiritueel Rusthuis voor ouderen te Boxmeer, en doe ik met mijn klankschalen veelal aan stervensbegeleiding daar. Een bijzonder puzzelstukje eindelijk op haar plek geworpen. Wat mij ook zegt … ‘ja dit klopt… Dit klopt echt!’ (wat ik gek genoeg jaren geleden al geroepen heb, maar nog eerst haar diepste laag binnen mocht ervoeren van het waarom).
Het grappige is ook dat ik door deze ervaringen toch ook weer een baantje wil zoeken in de zorg (terwijl ik eigenlijk jaren ook geroepen heb dit niet meer te willen… grotendeels dus door mijn wantrouwen, maar ook door visies die niet bij mij passen). Naast mijn AVurVeda praktijkje (*misschien wil ik die wel samenvoegen met een andere praktijk hier in de buurt*), de klankschalen met dementerende, zou dit nu geweldig zijn. Mijn voeten dansen weer gelijk met mijn hartritme en voel ik me vooral nu sereen! Ik ben klaar om volledig uit mijn cocon te komen en mijn rust, en zicht, te gaan verspreiden.
Wat ik vooral de laatste jaren van mezelf geleerd heb, is dat ieder mensje zijn/ haar eigen auteur (architect) is van het zielenpad (oud en nieuw). En dat de stofdelen van je voetafdruk geen stofdeeltjes zijn maar de werkelijke kracht (het goudenlicht) wat jij voor jezelf mag gaan ontwikkelen én mag uit gaan stralen. Je bouwt het bouwwerk (zielenpad), nogmaals, zelf op!
Een warme hartengroet,
Madeleine.
__ // __
Wanroij, 30 – 08- 2017. Persoonlijke woorden zijn geschreven door © Madeleine Oppelaar. Time close: 15:33 uur. Gelieve niet kopiëren zonder toestemming van auteur. Dank!